Over het memorandum

Sociaal-sportieve praktijken bundelen de krachten in een collectief. In dit memorandum geven we 5 aanbevelingen voor een daadkrachtig beleid.

Memorandum

2024 wordt een belangrijk verkiezingsjaar. Zowel voor het lokale als het Vlaamse beleidsniveau. Daarom ontwikkelden we een nieuw memorandum. We deden dit omdat heel wat sociaal-sportieve praktijken een meervoudige identiteit hebben. We richten ons naar minder kansrijke doelgroepen, wat vaak impliceert dat onze organisaties extra ondersteuning vragen. Een aangepast beleidskader nodig, om oplossingen te bieden tegen de bestaansonzekerheid waaraan veel organisaties vandaag nog onderhevig zijn.

5 aanbevelingen

Om van Vlaanderen en Brussel dé nieuw sociaal-sportieve hotspot te maken, formuleren we 5 aanbevelingen.

  • Creëer een aanvullend lokaal én Vlaams beleid

  • Ontwikkel een structureel financieringspakket voor sociaal-sportieve praktijken

  • Faciliteer een Vlaams Sociaal Sportief Platform

  • Verbreed bestaande ondersteuningslijnen met sociaal-sportieve accenten

  • Maak vanuit het Vlaamse Beleidsdomein Sport een sociaal-sportief decreet mogelijk

Sommige aanbevelingen worden geconcretiseerd met acties die je vrij snel kan waarmaken. Zo pleiten we voor lokale besturen die gedeeld ruimtegebruik versterken en uitwisseling faciliteren tussen sociaal-sportieve praktijken. Andere acties sturen aan op een systeemverandering: onderzoek de randvoorwaarden van een nieuw sociaal-sportief decreet. Je vindt het hele memorandum en de actiepunten via deze link.

Onderzoek Precaire Praktijken

Dit memorandum vraagt uiteraard nog meer context. De bestaansreden voor dit memorandum is simpel: veel sociaal-sportieve praktijken ondervinden vormen van precariteit. We maakten daarom een onderzoeksrapport dat aantoont op welke wijze sociaal-sportieve praktijken vandaag een situatie van precariteit ervaren. In dit rapport word je via een contextschets, literatuur en allerlei quotes van praktijkwerkers meegenomen naar het waarom van de 5 aanbevelingen uit dit memorandum. 

Ook ondertekenen?

De volgende lidorganisaties ondertekenden dit memorandum: LeuvenFietst, Sportpret, Minor Ndako sport, KAA Gent Foundation, Gazelles de Bruxelles, Molenbeek Rebels, Rode Antraciet, Zedelgem Lions, Sportclub Boezjeern, Sportaround, Circus Zonder Handen, BBJJA, Niña Skates, Extra Time, Genesis, We See You, Buurtsport Mechelen, Ghent Basketball, Urban Center Brussel, Growing By Hockey, Atlemo, Gigos, Antwerp Wolf Pack, D'broej, City Pirates, BOAS, Diepgang, Antwerp Piranhas, Younited Antwerpen, Brussels Young Wrestling Style en Triple Challenge.

Ben je ook een sociaal-sportieve praktijk en wens je dit ook te ondertekenen? Dat kan! Met ons platform vertegenwoordigen we nog lang niet alle straffe praktijken in Vlaanderen, en we steken een uitgestoken hand naar alle andere betrokkenen. Voor meer informatie kan je terecht bij onze collega Pieter Smets.

Memorandum 2019

In november 2019 kwam ons platform ook naar buiten met een memorandum waarin 5 aanbevelingen centraal stonden. Deze aanbevelingen blijven wat ons betreft nog steeds even actueel, en ze kunnen beschouwd worden als addendum bij het memorandum uit 2023. 

1. Erken onze sportieve én sociale identiteit.

Sociaal-sportieve praktijken hebben zowel sportieve als sociale doelstellingen. De dagelijkse realiteit van onze praktijken kruist met domeinen als de welzijnssector, tewerkstelling, onderwijs, inburgering en jeugdhulp. Dit geeft ons een meervoudige identiteit, wat een aangepaste beleidsondersteuning vereist. We vragen aan de Vlaamse Minister van Sport om de leiding te nemen om met de ministers uit andere beleidsdomeinen een gepaste ondersteuning te ontwikkelen voor sociaal-sportieve praktijken. Ook vragen we de minister om zich te verhouden tot het lokale niveau, want de lokale inbedding van onze praktijken groeit. Laten we het lokale besturen gemakkelijker maken om sociaal-sportieve praktijken nog meer in hun sterkte te zetten.

2. Geef ruimte aan een belangenbehartiger voor sociaal-sportieve praktijken.

Het pionierswerk van veel sociaal-sportieve praktijken ontwikkelde zich bottom up, in de schaduw en soms ‘naast’ de bestaande geïnstitutionaliseerde sport- en vrijetijdsbeleidsincentives. Dat zorgt ervoor dat onze praktijkexpertise onderbenut wordt binnen beleidsvorming. We vragen een autonome organisatie die, met het volledige vertrouwen en goedkeuring van sociaal-sportieve praktijken, onze belangen vertegenwoordigt. Deze organisatie kan bovendien proceswerk met vertegenwoordigers van de structuren opzetten en ondersteuning/vorming voor sociaal-sportieve praktijken op gang zetten. Deze organisatie kan zorgen voor bonding en bridging. Het kan de eigen identiteit en expertise van praktijken verscherpen en tegelijk innovaties in het globale sportlandschap aanjagen.

3. Steun de nieuwe beroepskracht.

Samen met de opkomst van sociaal-sportieve praktijken duikt een nieuw en onzichtbaar profiel van beroepskracht op: de maatschappelijke sportcoach, die in de praktijk dagelijks aan de slag gaat met een (kwetsbare) doelgroep. De flexibele job vergt een complexe set van taken en vaardigheden van jeugdsportcoördinatoren, verenigingsmanagers, sociaal werkers, welzijnswerkers, enzovoort. Samen timmeren we aan een gelijkaardige methodiek waar sociale sportkansen centraal staan. Dit bottom up beroepswerk levert een kwaliteitsinjectie in het Vlaamse vrijetijdslandschap, maar we staan vaak alleen. Het voortbestaan van onze job en praktijk is in veel gevallen hoogst onzeker. Laten we een gezamenlijk beleidskader creëren en ons sociaal-sportieve veldwerk duurzaam ondersteunen.

4. Zorg voor meer sociale accenten in het bestaande opleidingsaanbod.

We pleiten voor het (door)ontwikkelen van cursussen en meer sociale accenten in het bestaande sportopleidingsaanbod. Thema’s zoals diversiteit en armoede verdienen een vaste en uitgebreide plek in het basiscurriculum van onder meer de Vlaamse Trainersschool, federaties en hoger onderwijs. Bij gebrek aan bestaande opleidingen, werkten verschillende sociaal-sportieve pioniers zelf een vormingsaanbod uit. Met het platform reiken we onze hand uit naar vormings-en opleidingsinstellingen, sportvakgroepen en de erkende opleidingen sociaal werk om samen te bouwen aan een beter afgestemd vormingsaanbod.

5. Maak ruimte voor co-creatief onderzoek.

Ondersteun onderzoek dat vertrekt vanuit de noden en prioriteiten van sociaal-sportieve praktijken. We willen vanuit een ‘academische werkplek’ samen met onderzoekers aan de tafel zitten om praktijkgericht en sterk theoretisch onderzoek te formuleren. Onderzoek moet finaal leiden tot praktisch bruikbare inzichten. Onderzoekers hebben vanuit hun bevoorrechte positie tot het beleidsmakingsproces een belangrijke rol. Deze rol moeten ze vanuit gelijkwaardigheid met ons delen.

Deze tekst uit 2019 werd opgesteld en ondertekend door: Antwerp Street Boys, Atlemo, Beerschot Boys, Beerschot Vrienden Atletiek Club, BC Lions, Betonne Jeugd Sport, BIS Foyer, Boezjeern Eeklo, Brussels Boxing Academy (D’Broej), Brussels Brazilian Jiu Jitsu Academy, Brussels Young Wrestling Style, Buurtwerk ’t Lampeke, BX Brussels, Cano Pieter Simenon, Circus Zonder Handen, Cirkant, City Pirates Antwerp, Football Changes Lives Foundation, Foyer Cricket Club, KAA Gent Foundation, Kras Sport, Kuregem Boxing Academy, Les Gazelles de Bruxelles, Mechelse Hattrick, Minor Ndako Sport, Molenbeek Rebels Basketball, Red-Side, Right2score Foundation, Rising You, RWDM Girls, Schwung (De Wissel), Sportaround, Sportify (Oranjehuis vzw), Sportpret, Urban Center Brussel, Wolf Pack Nation, Xtra Time (De Sleutel/Weerwerk)

Sluiten